De Alternatieve Wutachtalbahn heeft een klassiek seinsysteem met zogeheten Formsignale (Arm/Vleugelseinen) die in drie vormen voorkomen op deze modelbaan. Hoofd-seinen, Voor-seinen en Sperr-seinen. Bron (c) beelden seinen. Toepassing volgens het DB Seinsysteem.
Enkele vleugel aan het einde van een blok (doorgaand spoor) 1001_483e53-00> |
Hp0 Stoppen 1001_93add2-aa> |
Dubbele vleugel aan het einde van een blok (invoegend spoor) (splitsend spoor) 1001_424fc1-1f> |
Hp1 Doorrijden toegestaan 1001_f9d8d2-73> |
Hp2 Langzaam rijden 1001_88046a-64> |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Geplaatst direct onder een Hoofdsein als voorsein voor het volgende blok 1001_8b588a-93> |
Zelfstandig geplaatst als voorsein voor het volgende blok 1001_27214e-92> |
in principe komen Vr0/Vr1 seinbeelden en ook Vr2 seinbeelden voor bij (invoegend spoor) (splitsend spoor) 1001_742afd-d0> |
![]() |
![]() |
![]() |
Sperrsignale met seinbeelden Sh0 en Sh1 (op mast of als dwergsein) 1001_0f83cd-68> |
Daar waar gerangeerd wordt (zowel op rangeersporen als op emplacementen) maar ook in stations direct onder de hoofdseinen geplaatst t.b.v. ontheffing rangeerritten 1001_ce9510-77> |
![]() |
![]() |
De seinen worden straks bediend vanuit het treinbesturingsprogramma RocRail en kunnen straks ook manueel bediend worden vanuit het CTC fysieke bedieningspaneel.
De vleugels van de seinen worden straks met mini steppermotoren aangedreven die via DCC seinbeeld-opdrachten ontvangen. Daartoe worden in 2025 sein-stepper-decoders ontworpen en daarna toegepast.

Er komen ook wisselseinen (wissel-lantaarns) in het zichtbare deel van de modelbaan. Bron (c) TH EMT Weichensignale. Deze worden ook toegepast bij een Railklem (Gleissperre).
Tenslotte komen er een serie seinborden langs het spoor om instructies te geven aan de machinist zoals fluiten (P) en luiden (L) en komende situaties aan te kondigen zoals Station (S of Trapezium bord) , Halte (H), Aanvang (A), Einde (E), Overwegen (V)(^), toegestane snelheden (driehoekig bord met snelheid), wisselgrensteken ed. Bron (c) KoTol 2012
