Er is een schaduwstation met 3 locaties op niveau 0 en 1 onder meerdere modules gepositioneerd. De 3 locaties zijn onderling verbonden inrijd- en uitrijdsporen en met met lussen waardoor ook ondergronds treinen in andere posities kunnen worden geplaatst. Ook zijn inrijd- en uitrijd-blokken gebruikt om treinen / locomotieven naar het schaduwstation te dirigeren zonder de route aldaar vooraf te kennen.

De drie sporen van de schaduwstations zijn elk opgesplitst in 1 opstelspoor (meerdere secties) voor elke richting (2 dus) en een spoor voor langere treinen.
Om ondergronds verkeer mogelijk te maken zijn volgende verbindingen met inrijd- en uitrijdsporen en lussen gerealiseerd:
