De modelbaan is ingedeeld in een serie blokken om via melders het treinbesturingsprogramma RocRail berichten te kunnen sturen wanneer een trein een blok inrijdt (ENTER-statusbericht) en wanneer de trein binnen is (IN-statusbericht). Er wordt dus gebruik gemaakt van twee melders per blok en de meldingen worden via stroomdetectie en een enkele IR-lichtsluis (lichtdetectie) verkregen. Daarna worden deze via een DCC-Decoder (LDT en TAMS) als S88-berichten naar een LODI S88-Commander (S88N.2) gestuurd. De S88 Commander verzamelt alle statusgegevens van de melders in zogeheten S88-stapelregisters door de verschillende S88- & S88N-Strengen als een ketting/netwerk uit te lezen. De S88-Commander is als bron aangesloten op het TCP/IP-netwerk waar ook de YaMorC DCC-Centrale is aangesloten zodat RocRail de status van alle melders leert kennen en kan verwerken tot het bezet of vrij melden van een blok en rijwegen.

RocRail kent via de definitie van het spoorplan de topologie van de blokken en kan daardoor de treinbesturing en bijbehorende beveiliging van de treinenloop via rijwegen te verzorgen. RocRail kent meerdere soorten blokken om bijzondere situaties qua zetten en beveiligen van rijwegen te kunnen afhandelen (virtuele blokken, opstelblokken, via-blokken(rijwegen), blokgroepen enz.). Bij het zetten van een rijweg worden (na controle op het voldoen aan de voorwaarden) de bijbehorende wissels en seinen ook vanuit Rocrail gezet en de blokken in de rijweg gereserveerd.